Voordat de diagnose long covid wordt gesteld, is het belangrijk dat andere aandoeningen door een arts worden uitgesloten, ook eventuele tekorten in vitamines en mineralen. Het is natuurlijk erg zonde als een long covid patiënt (ook) een behandelbare aandoening blijkt te hebben en niet behandeld wordt. Ook tijdens de ziekteduur blijft monitoring door een arts belangrijk. Na covid is bijvoorbeeld het risico op het nieuw ontstaan van diverse auto-immuun ziekten en hart- en
vaatziekten verhoogd, ook bij jonge mensen.
Helaas is er nog geen oorzakelijke behandeling voor long covid. Dat wil niet zeggen dat men niks kan doen. Diverse symptomen en aandoeningen die zich ontwikkelen na covid kunnen wel behandeld worden om de ziektelast te verminderen. Hier zijn internationaal ook al richtlijnen voor, maar een update van de Nederlandse richtlijnen is nog niet in zicht.
In Duitsland en in de ( vooral private praktijken) U.K. wordt al volop symptomatisch behandeld30. In Nederland ben je daarin meer afhankelijk van de welwillendheid en het kennisniveau van je arts.
Kennis van long covid bij huis-, jeugd- en kinderartsen is daarom erg belangrijk, net als de bereidheid onderzoeken te lezen en zich te verdiepen in long covid en echt te luisteren naar de patiënt. Veel patiënten weten niet dat ze long covid hebben. Gedachten aan long covid geven een gevoel van schaamte. Mensen denken dat het heel zeldzaam is of psychisch, of denken dat long covid alleen bepaalde ‘type’-mensen overkomt en aandachttrekkerij is. Zo is long covid helaas
lange tijd gecommuniceerd. Er rust een groot maatschappelijk taboe op de ziekte.
In Duitsland is sprake van een hele andere benadering door medici. Kinderen met long covid worden in Duitsland meerdaags opgenomen in een speciale long covid kliniek voor kinderen. Er wordt daar zeer uitvoerige diagnostiek uitgevoerd, zowel gericht op exclusie als op long covid zelf. Ook wordt er gestart met diverse medicijnen die mogelijk kunnen helpen bij long covid; gericht op auto-immuniteit, microtrombose, virale persistentie en er wordt zuurstof meegegeven
aan de patiënt, waardoor de actie-radius soms groter wordt. Dit alles afhankelijk van de bevindingen van het individuele onderzoek.